Grammatica of Lexicon 6
Over de vraag op wat voor kennis we onze correctheid van vorm baseren
Aflevering 6: Het cognitief voordeel van quasi-chunks
Voor het begrijpen en produceren van sommige, grammaticaal gezien ingewikkelde combinaties van woorden bleek het cognitief voordeliger om de grammatica te negeren. Door zulke combinaties als één geheel te behandelen en ze, alsof het telkens om één enkel woord ging, in het lexicon op te bergen (formulaic speech), bespaar je in het werkgeheugen een hoop capaciteit. En dus, waarom zou je gecompliceerde grammaticaregels overhoophalen als de betreffende combinatie toch nooit anders dan in één bepaalde vorm voorkomt? Bij een keuze voor formulaic speech kun je de ingewikkeldste combinaties zonder gepuzzel kant en klaar uit het lexicon halen. Die keuze tussen formulaic of creative speech maak je volgens het Need Only Analysis principe (NOA). Oftewel: voor constructie via grammaticaregels kies je alleen als het echt niet zonder kan. De voordelige route kies je volgens Wray (2002) onder twee voorwaarden: 1 De combinatie is als geheel te begrijpen (bv trotzdem) en 2 Hij is niet variabel (bv Thank you very much).
Maar als het zo veel voordeel oplevert om de grammatica de grammatica te laten, is de volgende vraag of dat voordeel niet vaker te behalen is. Moet een combinatie echt altijd helemaal aan die twee voorwaarden voldoen om een keuze voor formulaic speech te rechtvaardigen? Ten eerste kun je denken aan combinaties als Guten Abend. Die valt strikt genomen eigenlijk niet onder voorwaarde 2 vanwege de variatiemogelijkheden als Guten Morgen of Guten Tag. Toch lijkt het cognitieve voordeel van een formulaic behandeling hier evident. Dat maakt het interessant om te kijken of er nog meer cognitief voordeel te behalen valt buiten die twee strikte voorwaarden.
Hoe zit het bv. als een bepaalde combinatie wel variabel is maar in feite vooral in een heel beperkt aantal specifieke combinaties heel veel voorkomt. Je kunt hier denken aan frasen als “ins (Kino/ Theater/Schwimmbad, etc.) gehen”. Die kun je heel veel gebruiken. Maar de grammaticaregel m.b.t de voorzetsels plus accusatief of datief (het beruchte rijtje an, auf, hinter, neben, in, etc.) is behoorlijk lastig voor Nederlanders. In zulke gevallen lijkt het gewoon uit je hoofd leren van die veel voorkomende vormen (in dit geval ‘gehen ins …’) dus een tamelijk groot cognitief gebruiksvoordeel op te leveren. Dat geldt noch sterker voor combinaties als “Zell am See”, ”Frankfurt am Main”, e.d.
Maar ook bij veel voorkomende combinaties als “Können Sie mir helfen”, “Kann ich Ihnen helfen?”, “Ich danke dir”, is het uit oogpunt van cognitieve economie voordeliger om ze gewoon als chunk te behandelen dan ze te construeren vanuit grammaticale kennis over het rijtje werkwoorden dat, anders dan in het Nederlands, een datief krijgt i.p.v. een te verwachten accusatief. Zelfs in minder frequente gevallen zoals “… is supposed to have been murdered/asked/helped, etc. by …” heeft het cognitieve-efficiencyvoordelen om voor een formulaic behandeling te kiezen. Die combinatie kun je natuurlijk telkens als je hem nodig hebt construeren volgens in sommige schoolboeken bij de ‘passive’ gegeven transformatieregels. Maar in zo’n geval is het vaak veel efficiënter die frase maar gewoon ook als ‘chunk-met-open-plekken’ te behandelen en uit je hoofd te leren.
Of het loont om een combinatie van woorden via analyse of als chunk te leren en te produceren is dus telkens een afweging waarbij de frequentie waarin zo’n combinatie voorkomt een belangrijke rol speelt. Is die hoog, dan heb je weliswaar geen ‘echte’ chunk, maar heeft het voordelen hem toch maar wel zo te behandelen. Want hoe meer van zulke “quasi-chunks” je in je lexicon hebt, des te kleiner de belasting van het werkgeheugen. En des te meer ruimte voor de inhoud.
Maar er zijn dus duidelijk graduele verschillen tussen ‘echte’ chunks en ‘quasi-chunks’ als “Frankfurt am Main” en “ins Kino gehen”. Wray (2008) suggereert dan ook om ons een continuüm voor te stellen met aan het ene uiterste de echte chunks en aan het andere uiterste de taaluitingen die geheel zijn geconstrueerd door kale elementen uit het lexicon te halen en “met behulp van regels in de goede vorm te brengen”. Daar tussenin alle mogelijke gradaties, waarbij de chunk-kenmerken afnemen en de rol van toepassing van een grammaticaregel groter wordt.
Gedacht vanuit de behoefte aan cognitieve efficiency is het altijd het voordeligst om zoveel mogelijk kennis te hebben aan het uiteinde van de kant en klare constructies. Wat technischer gezegd: om zo veel mogelijk elementen in het lexicon te hebben die hun ‘morfologische vorm’ al hebben. Die ‘quasi-chunks’ uit het grijze middengebied onderscheiden zich van chunks doordat ze variabel zijn, ze onderscheiden zich van creative speech doordat de combinatie zo frequent is dat het niet loont om elke keer weer de regel toe te passen. Meestal is het toch die ene vorm. De plaats van zulke quasi-chunks op het continuüm wordt bepaald door de verhouding tussen enerzijds de frequentie van een bepaalde, specifieke combinatie afgezet tegen, anderzijds, de complexiteit van de regel en de zeldzaamheid waarmee je die in andere gevallen kunt toepassen.
De lengte van zulke quasi-chunks kan aanzienlijk zijn. In wetenschappelijke teksten, maar ook bv. in het sociaal verkeer gebruik je niet zelden hele zinnen die als formule in je hoofd zitten (“Einen schönen Tag wünsch’ ich Ihnen” ). In sommige gevallen kan het zelfs om combinaties van meerdere zinnen gaan. (“Das ist eine schwierige Frage. Die lässt sich nicht so leicht beantworten. Einerseits könnte man sagen, dass (….), aber anderseits ließe sich auch den Standpunkt vertreten, es sei (..)“. Het is ontzettend handig als je zulke stukken tekst moeiteloos en zonder enige analyse uit je lexicon kunt halen. Je maakt een buitengewoon taalcompetente indruk terwijl je werkgeheugen relatief veel ruimte over heeft voor de resterende ingewikkelder operaties met kennis uit het rule-based system.
Interessant is hoe je zulke taaluitingen inschaalt in het Europees ReferentieKader (ERK). Hoe sophisticated zo’n riedel ook moge klinken, zolang het om gememoriseerde (quasi) chunks gaat is het produceren van zulke taaluitingen in termen van het ERK in feite A1. Enerzijds maakt de vaststelling dat in dit soort gevallen leerlingen ingewikkelde vormen blijken te kunnen produceren zonder de verondersteld onderliggende grammaticaregel te kennen duidelijk, dat het niet goed mogelijk is om beheersing van bepaalde grammaticale structuren te koppelen aan ERK-niveaus. Anderzijds is ook duidelijk hoe nuttig het is om aan het inprenten van zulke frasen ook en met name op de lagere ERK-niveaus veel aandacht te besteden. Bv. door er met leerlingen een sport van te maken zo veel mogelijk tekst te produceren zonder gebruik te maken van creative speech.
Het gebruik van quasi chunks heeft niet alleen cognitief voordeel in een betrekkelijk formele context. Ik vond het om begrijpelijke redenen zelf bv. praktisch om de Spaanse zin “Donde estan los servicios” (Waar zijn de toiletten?) als geheel en zonder nadere analyse uit mijn hoofd te leren en daarmee niet te wachten tot ik de voor Nederlanders lastige Spaanse grammaticaregels over het gebruik van “ser” dan wel “estar” voor het Nederlandse werkwoord ‘zijn’ had doorgrond.
Het gebruik van chunks en quasi-chunks speelt een grote rol in het leren en gebruiken van taal. Als we ze samen nemen, dan bestaat volgens berekeningen van Erman & Warren (2000) bijna 60% van onze gesproken taal uit zulke formulaic speech. En ik ken politici die ik wat dit betreft op een nog veel hoger percentage schat. Het feit dat je bij quasi chunks in voorkomende gevallen moet beslissen wanneer je ze kunt gebruiken en wanneer je toch maar beter en beroep op regelkennis kunt doen, roept nieuwe vragen op. Daarover volgende keer meer.
Literatuur
Erman, B., & Warren, B. (2000). The idiom principle and the open-choice principle. Text(20), 29-62.
Wray, A. (2002). Formulaic language and the lexicon. Oxford: Oxford University Press.Dit bericht is geplaatst inOver de rol van grammaticale regelkennis, Uncategorized en getagd chunks, grammatica, veemdetalenonderwijs op .